Plukken:

Dit gebeurd bij ruwe plukvachten maar soms ook bij honden met erg lang dode onderwol. Bij echte plukvachten word de bovenste ruwe vacht twee keer per jaar uitgeplukt tot op de onderwol.
Sommige mensen vinden dit echter niet zo mooi, en dan kunt u kiezen voor een doorplukvacht.

We plukken dan de helft uit en laten de rest nog een paar maanden zitten. Na ongeveer drie maanden word de rest geplukt, maar dan zit er al weer een hele vacht in.

Deze manier van plukken heet strippen.
Uw hond heeft dus nu altijd een mooie vacht. Maar er kleeft ook een klein minpuntje aan deze manier van plukken. Uw hond moet nu namelijk om de drie maanden geplukt worden, en niet meer twee maal per jaar zoals u gewend was.

Knippen:

Dit gebeurd bij vachten die in het geheel lang worden zoals bij een maltezer. De gehele vacht word dus ingekort en in model geknipt. Dit staat erg netjes, maar kan alleen als de hond uit de klit is.
Als er veel klitten in de vacht zitten zal deze vervilten en kan ik alleen nog scheren. Erg jammer en veel minder mooi.

Effileren:

Dit gebeurd met vachten die plaatselijk te lang worden. Denk maar aan een cocker spaniel of een golden retriever.
Bij dit soort honden zie je vaak dat de vlaggen aan de poten en de haren aan de broek te lang worden. Maar ook de haren op de poten en de oren worden vaak te lang. Deze vachten worden dus plaatselijk ingekort of uitgedund.

Ontwollen:

Bijna alle honden laten twee keer per jaar hun vacht vallen om vervangen te worden voor een winter of een zomervacht. Dit gaat vaak gepaard met erg veel los zittend onderwol.

Vachten die dan lang of halflang zijn zijn dan erg moeilijk te kammen. Dus tijd voor de trimmer, deze heeft namelijk het juiste gereedschap voor deze zware klus.

Wassen:

Dit gebeurd alleen als het echt nodig is. Het heeft namelijk geen zin om onnodig de vetlaag weg te halen. Tenslotte heeft de vacht een zelfreinigende functie. Was dus alleen als het echt nodig is.